Wat zijn rangorderegels?
Rangorderegels (ook wel dominantieregels, roedelregels of omgangsregels genoemd) zijn regels die de onderlinge omgang tussen de leden van een roedel in goede banen leiden. Elk lid heeft in een roedel een eigen positie, een plek in de rangorde. Deze positie is altijd relatief: relatief ten opzichte van de positie van elk ander lid van de roedel. De rangordepositie is bepalend voor de rechten en plichten die elk roedellid heeft. Wanneer alle roedelleden zich gedragen volgens de rechten en plichten die bij hun positie horen, wordt – onder voorbehoud van invloeden buiten de eigen roedel om – het voortbestaan van de roedel gewaarborgd.
Gebruik rangorderegels
De rangorderegels gelden continu, 24 uur per dag, 7 dagen per week. Wanneer elk roedellid zich netjes aan de regels houdt, is het niet nodig dat de roedelleider hem/haar er op aan spreekt. Dit gebeurt pas wanneer een roedellid één of meerdere regels overtreedt. Meestal is het al voldoende om de overtreder even aan zijn rangordepositie te herinneren. Tot echte conflicten zal het binnen een roedel niet snel komen. Conflicten eisen slachtoffers en vormen daardoor een bedreiging voor het voortbestaan van de roedel. Conflicten zijn dus, zeker binnen de eigen roedel, een laatste redmiddel.
Gebruik rangorderegels in een gemengde mens-hond-roedel
Een hond is een roedeldier en is zich er daardoor van bewust dat er binnen de roedel regels moeten zijn om alles in goede banen te leiden, om het voortbestaan van de roedel te kunnen waarborgen. Omdat een hond is aangewezen op communicatie door middel van geuren en lichaamshoudingen, daar waar een mens hoofdzakelijk gebruik maakt van verbale communicatie, is de kans op communicatiestoornissen altijd aanwezig. Daarbij komt dat een mens vaak tegenstrijdige signalen afgeeft, doordat de lichaamshouding niet overeenstemt met de verbale communicatie. Dat maakt de kans op communicatiestoornissen alleen maar groter. Gelukkig is ook de mens in staat om een stukje hondentaal te leren spreken. De echte finesses van de hondentaal zal de mens echter niet kunnen beheersen (vanwege de verschillen in werking van de zintuigen) maar door het toepassen van rangorderegels is de mens wel in staat om op basisniveau met de hond te communiceren, op een voor de hond begrijpelijke manier.p
Doel rangorderegels in een gemengde mens-hond-roedel
Het doel van het toepassen van rangorderegels in een gemengde mens-hond-roedel is het afgeven van een signaal naar de hond, dat de baas in staat is om een stukje hondentaal te spreken. Voor veel honden is dit kleine stukje hondentaal al genoeg om de ranghogere positie van de baas te erkennen. Voor honden die te hoog in de rangorde zijn geplaatst ligt dit echter anders, voor hen is dit kleine stukje hondentaal niet meer dan een noodzakelijke voorwaarde om, als onderdeel van een uitgebreidere training, weer aandacht en respect voor de baas te kunnen gaan opbouwen.
Waarschuwing: In situaties met rangordeconflicten dient u professionele begeleiding in te schakelen wanneer u gaat starten met het toepassen van de rangorderegels, omdat een te plotselinge en/of te strikte toepassing ervan – met name het proberen af te dwingen van de naleving van de regels – ernstige risico's met zich mee kan brengen!p
Toepasselijkheid rangorderegels
Zoals vermeld gelden de rangorderegels continu, 24 uur per dag en 7 dagen per week. Dit neemt niet weg dat er geen situaties zouden kunnen zijn waarin een bepaalde regel juist niet moet worden toegepast, of alleen onder bepaalde voorwaarden. Immers: geen regels zonder uitzonderingen. In het kader van het schetsen van een algemeen beeld van de rangorderegels gaat het te ver om op alle mogelijke uitzonderingen – die steeds afhankelijk zijn van de individuele situatie – in te gaan. Eén belangrijke algemene uitzondering dient echter vermeld te worden: voor alles wat de ranglagere hond niet mag, geldt dat dit wél is toegestaan in de situatie waarin de ranghogere baas hiervoor toestemming (dus: een commando) heeft gegeven. In het kader van de hiervoor geschetste rangordeconflicten dient u zich echter altijd af te vragen of het in uw individuele situatie verstandig is om voor bepaalde gedragingen toestemming te geven.
Inhoud rangorderegels
Eigenlijk kunnen de rangorderegels in één krachtige regel worden samengevat: De leider (ranghogere baas) bepaalt alles. Of, zoals het in diverse (instructeurs)opleidingen werd én nog steeds wordt verwoord: De basis is dat de baas de baas is.
Om echter meer duidelijkheid te scheppen in de subtiele manier waarop honden met elkaar communiceren worden deze hoofdregels meestal nader uitgewerkt in een set regels die voor diverse (menselijke) situaties meer concrete handvatten bieden. Wanneer u op internet gaat zoeken op termen als ‘rangorderegels’, ‘dominantieregels’, ‘roedelregels’ of 'omgangsregels' zult u merken dat er veel verschillende versies in omloop zijn en dat deze lang niet altijd en op alle punten met elkaar in overeenstemming zijn. Deze verschillen worden doorgaans veroorzaakt door de uiteenlopende stromingen in opvoedingsmethoden en -inzichten en een gebrek aan feitelijk inzicht in hondengedrag. Toch zouden alle versies dezelfde oorsprong moeten hebben, namelijk een groep samenlevende (in mindere of meerdere mate gedomesticeerde) honden (= een roedel).
Hierna is een set rangorderegels weergegeven die in de praktijk van de natuurlijke opvoeding een goed handvat blijkt te geven voor diverse, veel voorkomende situaties.
OVERZICHT RANGORDEREGELS
- De ranghogere baas is (net als al zijn menselijke roedelleden) altijd consequent: Ja = Ja, Nee = Nee, Altijd en Overal!
- De ranghogere baas stelt zich altijd rustig, beheerst en conflictmijdend op en zal geen conflicten met de ranglagere hond aangaan als dat niet strikt noodzakelijk is
- De ranghogere baas kijkt altijd vooruit en is daardoor altijd in staat om tijdig de juiste (voorzorgs)maatregelen te nemen voor de ranglangere hond
- De ranghogere baas neemt het initiatief en negeert initiatieven van de ranglagere hond (o.a. bij werken & trainen, spelen & spelverloop, eten geven, drinkwater aanvullen, aandacht geven, uitlaten, looprichting en -tempo tijdens het uitlaten, etc.)
- De ranghogere baas mag de ranglagere hond niet via de zijkant van zijn nek/hals corrigeren
- De ranghogere baas geeft de ranglagere hond geen commando's/opdrachten waarvan hij weet dat de hond deze nog niet heeft geleerd
- De ranghogere baas geeft de ranglagere hond geen commando's/opdrachten waarvan hij weet dat de ranglagere hond deze zal weigeren uit te voeren
- De ranghogere baas gaat niet naar de ranglagere hond toe (tenzij de ranglagere hond gestraft moet worden of de veiligheid dit vereist)
- De ranghogere baas loopt niet achter de ranglagere hond aan (tenzij de ranglagere hond gestraft moet worden of de veiligheid dit vereist)
- De ranghogere baas zet als eerste een stap op elk nieuw niveau (trap, stoeprand, e.d.)
- De ranghogere baas betreedt als eerste elk nieuw territorium (elke ruimte in een gebouw, de overgang van binnen naar buiten, e.d.) en verlaat deze ook weer als eerste
- De ranghogere baas mag de ranglagere hond de toegang tot bepaalde – al dan niet (rang)hoger gelegen – delen van het territorium ontzeggen
- De ranghogere baas neemt – indien mogelijk – een (rang)hogere positie in dan de ranglagere hond
- De ranglagere hond mag niet op strategische plekken in het territorium liggen, deze zijn voorbehouden aan de ranghogere baas omdat deze het overzicht moet kunnen houden
- De ranglagere hond maakt – uit respect en niet uit angst! – altijd plaats voor c.q. geeft ruimte aan de ranghogere baas (hekjes, nauwe doorgangen, e.d.)
- De ranglagere hond mag niet als eerste naar de deur rennen als de deurbel gaat
- De ranglagere hond mag niet als eerste het bezoek van de ranghogere baas begroeten (TIP: leg aan terugkerend bezoek uit dat zij de hond pas als laatste mogen begroeten!)
- De ranglagere hond mag niet tegen de ranghogere baas of andere ranghogeren opspringen
- De ranglagere hond mag niet trekken aan de lijn
- De ranglagere hond mag niet overal zijn behoeften doen (= markeren), maar alleen daar waar de ranghogere baas dat toestaat en op het moment dat de ranghogere baas dat toestaat
- De ranglagere hond mag zich niet voortplanten en mag ook geen voortplantingsgedrag vertonen naar mensen en/of naar andere honden zonder toestemming van de ranghogere baas
- De ranglagere hond heeft geen eigen bezittingen, ook de mand of bench en de speeltjes zijn van de ranghogere baas
- De ranglagere hond krijgt niets voor niets
Een échte ranghogere baas (Alpha) kenmerkt zich door mentaal overwicht, niet door (het willen afdwingen van) fysiek overwicht!